In dit 4e deel zet ik de overtuigingen van alverzoeningsleer tegenover de Bijbelse samenhang zoals in de eerste drie delen is uitgewerkt.
Leugens de evangelische leer
James B. De Young geeft veel voorbeelden in zijn boek De ontmaskering van alverzoeningsleer , waarmee duidelijk wordt dat alverzoeningsleer-aanhangers framing gebruiken om hun gelijk te vinden, waarmee men eerst een vals beeld creëert van wat o.a. in evangelische kerken geleerd en geloofd wordt. Daar vanuit “verzint” men dan evangelische standpunten en verbuigt men de evangelische leer. Dan zet men alverzoening als aannemelijk tegenover het valse beeld dat is geschetst, van wat zij zeggen dat evangelische theologie leert. Het dieptepunt van framing zien we als niet alleen een leer verkeerd wordt voorgesteld, zoals men doet met de evangelische leer, maar ook de evangelischen zelf “te kak” worden gezet.
Een voorbeeld daarvan is dat alverzoeningsleer-aanhangers roepen dat evangelischen met de hel schermen om mensen bang te maken, en daarmee een wraakzuchtig Godsbeeld vormen. De waarheid is anders, want evangelischen laten niets liever dan Gods genade zien (Joh.3:16, Rom.8:28), met hoop voor ogen op eeuwig leven. Evangelischen gaan niet voorbij aan de noodzaak om God te volgen in het scheiden van licht en duisternis in dit leven. Eer aan God, redding door Jezus, en eeuwig leven zijn de speerpunten van de evangelischen, en niet het schermen met de hel.
Leugens over het begrip hel
Alverzoening gebruikt framing om een beeld te scheppen hoe o.a. evangelischen de hel zien. Men maakt gebruik van het oud kerkelijk idee dat er direct na dit leven hemel of hel is. In het deel hiervoor is duidelijk uitgewerkt dat de eerste hemelse werkelijkheid bestaat rondom de aarde waarin we leven, maar ook dat het dodenrijk en het paradijs hemelen zijn. Het dodenrijk wordt vaak verward met de hel, en van die verwarring maakt alverzoeningsleer misbruik.
Vanuit de Bijbel heb ik aangetoond dat iedereen die sterft ergens naar de hemel gaat, de ene naar het dodenrijk, de ander naar het paradijs.
Het dodenrijk kent een gedeelte waar troost wordt ervaren en een ander gedeelte waar kwelling wordt ervaren, gescheiden van elkaar (Luk.16:23-26). Het paradijs is open voor iedereen die in Jezus gelooft, en in- en door Hem leeft.
Aan het einde van de tijd, voordat deze hele schepping met vuur zal vergaan, volgt er een rechtvaardig oordeel door God. Daarna volgen de definitieve bestemmingen voor alle zielen en geesten.
Na dat oordeel bestaat er enerzijds eeuwig leven in de nieuwe schepping, en anderzijds eeuwige dood en pijniging in de poel van vuur (Marcus 9:43-46, Hebr.10:27, 2Petr.3:10-12, Jud.7, Openb.20:10-15, 21:8). Dit is wat de Bijbel laat kennen.
Leugens over het begrip liefde
Alverzoenigsleer vervormt het Bijbelse begrip liefde. De Bijbel kent drie vormen van liefde. Het eerste is aards gerichte liefde wat in het Grieks eros wordt genoemd, dan menselijke vriendschappelijke liefde wat in het Grieks phileo wordt genoemd, en als hoogste liefde de opofferende liefde waarbij de ene sterft om de ander te laten leven, dit is de Agapé-liefde.
Wie goed naar de onderbouwing van alverzoeningsleer kijkt ziet dat hun idee over liefde humanistisch is, gewogen door mensenlijk beredeneren en met de mens als focus. Daarmee wordt een beeld van God geschapen dat Hij de mens als hoogste op Zijn agenda heeft staan. Jezus leerde dat zelfs Hem niet die eer toekomt. Jezus zelf, maar ook ieder mens, is bedoeld om in gehoorzaamheid en afhankelijkheid op de Vader gericht te zijn, in alles en altijd, op al Zijn besluiten, op geheel Zijn hart, op Zijn ethiek, in het licht van Vaders grote plan: het scheiden van licht en duisternis. God zelf heeft laten zien aan alles te willen sterven om die scheiding tussen God en kwaad definitief mogelijk te maken, om leven te kunnen geven aan hen die Zijn offer aanvaarden.
Alverzoeningsleer verkondigt dat zelfs de slechtste zielen en demonen uit hun “tijdelijke” poel van vuur zullen komen om deel te nemen aan het eeuwige leven. Daarmee wordt voorbij gegaan aan Gods scheppingsdoel van scheiden van licht en duisternis, want die komen volgens de alverzoeningsleer weer bij elkaar. Maar de scheppingsorde en Gods opofferende liefde laten zien dat licht en duisternis gescheiden worden t.b.v. hen die aan Gods kant staan. Want die liefde scheidt licht en duisternis (met allen daaraan verbonden), zodat dezen nooit meer verenigd of vermengd kunnen zijn.
Paulus’ genadeleer kent geen alverzoening
Paulus voelde zich verantwoordelijk naar alle mensen om hen te vertellen van redding door geloof in Jezus (Rom 1:14–16). Want hij had Jezus persoonlijk ontmoet en wist dat Gods oordeel over de zonde ook een feit gaat worden. Met het delen van dat feit zaaide hij geen angst maar waarschuwde hij en wees hij op Jezus als oplossing. Paulus’ wist dat God niet onze blauwen ogen kijkt, maar ieder persoonlijk verantwoordelijk houdt (Rom.2:11) op de dag van oordeel en verwoesting die gaat komen (2Thess.1:8–10).
Jezus zelf sprak in de Bergrede vier keer meer over het komend oordeel, dan het aantal malen dat Hij sprak over de hemel. En op de eerste pinksterdag sprak Petrus de massa toe en was overduidelijk over dat er behoudenis nodig is voor het komend oordeel (Hand.2:20-21). Evangelischen volgen slechts na wat Jezus, Petrus of Paulus al deelde, een leer van redding.
Ombuigen van Gods realiteit
In het eerste deel is duidelijk geworden dat binnen de eeuwigheid van tijdloosheid, de tijd is geschapen ten behoeve van het reddingsplan en het uiteindelijke scheiden van licht en duisternis, van God en kwaad. Alverzoening heeft ervoor gekozen om de poel van vuur binnen de tijd te plaatsen, de tijd waarin het plan volbracht wordt. Dit is Bijbels onmogelijk te onderbouwen. Maar om hun leer kracht bij te zetten worden woorden als eeuw, eeuwen, eeuwig, allen en geheel door alverzoeningsleer nieuwe betekenis meegegeven waardoor de Bijbels samenhang rond Gods reddingsplan voor de eeuwigheid volkomen genegeerd wordt. Het gaat de alverzoening om een humanistische redding van zielen, en verliezen Gods eer uit oog.
Tijd is de geschapen om het licht te scheiden van de duisternis, eens en voor altijd, waarom er in Hebr.9:27 staat: En zoals het de mensen beschikt is, éénmaal te sterven en daarna het oordeel. Alverzoening, net als satan, wil geen recht en rechtvaardigheid, wil geen scheiding tussen licht en duisternis, tussen God en kwaad, wil geen veroordeling. Het ombuigen van de waarheid, van Gods realiteit is altijd een tactiek geweest van satan, het is ten diepste Godslastering.
Ombuigen van woorden
In de vorige delen heb ik inzichtelijk gemaakt dat Jezus als nieuwe schepping van de Vader, als Zijn kind, meer waard is dan deze hele schepping met al haar zonden.
Als deze Jezus geofferd zou worden, en een mens zou aan de voorwaarden voldoen door te aanvaarden dat Jezus Gods volkomen genade-offer is, en in geloof Gods heiligheid, rechtvaardigheid en genade aanvaardt vanuit een eerlijk hart, en berouw toont, zich bekeert en daadwerkelijk verandert; dan is er volkomen vergeving voor die persoon.
God heeft vergeving en redding van het oordeel afhankelijk gemaakt van bekering en geloof in Zijn Zoon Jezus.
Alverzoeningsleer trekt het offer van Jezus los van geloof. Dit merk je als je de volgende teksten voor jezelf leest en beseft dat je ze zonder geloof kunt lezen, maar dan wel voorbij gaat aan jouw en mijn schuld, aan het kwaad waarom Jezus stierf, waarvan ieder zich moet bekeren. Zonder bekering is er volgens God geen vergeving, en ben je reeds veroordeeld (Joh.3:18).
De volgende teksten kun je voor jezelf bekijken en zien hoe verleidelijk ze zijn om ze los te gaan zien van bekering:
(Joh.1:29, 3:16–17, 4:42, 12:32, 1Joh.2:2, 4:14, Hand.3:21, Rom.5:10, 12–21; 6:1–11, 1Kor.15:20–26, 2Kor.5:14, 18–20, Efez.1:10, Fil.2:9–11, Kol.1:16–23, 1Tim.1:15–16, 2:4, 4:10, Tit.2:11. Hebr.2:9, 9:26; 2Pet.3:9)
Wanneer je als alverzoenings-aanhangers zo je eigen reddingsplan neerlegt naast die van God, moet je jezelf de vraag stellen: ben je bereid, en kun jij wel de schuld betalen die Gods rechtvaardigheid eist van iedere ziel? Nee! Hebr.10:26-27 stelt het zeer scherp, oordeel is definitief zoals in Hebr.9:27 staat. Het is beschikt, het staat vast. Moeilijk? Ja! Maar daarom is ook bekering op geloof door Gods genade ingebracht door Hem, om samen met Hem het licht en duisternis te scheiden. In Sam.2:9 staat “De voeten van zijn gunstgenoten behoedt Hij, maar de goddelozen komen om in duisternis, want niet door kracht is een man sterk”. Een gunstgenoot van God werkt mee in het plan van God. Die het niet op Gods wijze doet is goddeloos, en komt om in de duisternis. Alverzoening haalt de ernst en de druk eraf om elke dag te blijven strijden en te blijven kiezen. Die denkt “wat het komt toch wel goed” komt eens bedrogen uit, want die heeft niet gekozen.
Ombuigen van teksten
1Kor.15:21–22
Een belangrijke tekst voor alverzoeningsleer komt uit 1Kor.15:21–22 . Men leest niet wat erna staat, en daarmee kun je deze tekst gebruiken om te menen dat allen levend gemaakt zullen worden. In vers 1Kor.15:23 staat duidelijk dat “die bij Christus horen” levend gemaakt zullen worden.
Rom.5:12-21
Datzelfde doet alverzoeningsleer bij Rom.5:12-21 waarin men velen vertaald heeft met allen, en voorbij gaat aan het vervolg in Rom.6:1-5 waar Paulus duidelijk stelt dat er een keuze gemaakt moet worden, en voor hen die die keuze hebben gemaakt om met Jezus te sterven, dat zij met Hem zullen opstaan. Dat zijn de velen, en dat zijn niet allen. In vers 23 stelde Paulus duidelijk dat zij die hebben gekozen voor Jezus zullen leven, en zij die voor de zonden hebben gekozen de dood als loon ontvangen. Het is absoluut, lees maar in Hebr.9:27.
2Kor.5:14a
Ditzelfde doet alverzoeningsleer ook met 2Kor.5:14a, waar ze halverwege in vers 14 stop met lezen, want daarna staat duidelijk dat allen onverkort slaat op hen die IN Christus zijn. De hele tweede brief aan de Korintiërs is gewijd aan IN Christus zijn, en gaat nergens over de mogelijkheid om buiten Christus verlossing te krijgen van het oordeel, en zeker niet vanuit het dodenrijk, of daarna, vanuit de poel van vuur. Er is geen enkele Bijbelse grond voor de uitleg van alverzoening bij dit Bijbelvers.
1Tim.2:3–6
In 1Tim.2:3–6, een voor de alverzoeningsleer een belangrijke tekst, staat dat God wil dat alle mensen tot erkentenis van de waarheid komen. Paulus geeft daarna duidelijk aan dat deze waarheid Jezus betreft, die Zich gegeven heeft voor allen. Maar net als Noach is er een uitnodiging en een punt waar de deur dicht gaat, en allen die de ark binnen zijn gegaan werden gered. Is God gruwelijk als hij een uitweg aanbiedt en consequent en rechtvaardig is?
De eerste brief aan Timoteüs kan niet los worden gezien van alle andere brieven van Paulus. Zelfs in deze brief, in 1Tim.5:23, is Paulus duidelijk dat slechte mensen daarvoor hun loon krijgen. Daarmee is ook te begrijpen wat Paulus in 1Tim.2:6 schrijft, dat dit alles duidelijk is op de juiste tijd, dan zullen we zien wie bij die allen horen, en wie niet.
Kol 1:19–20
Dan Kol 1:19–20, waaruit men leest dat ook niet bekeerde zondaars verzoend worden door Jezus. Dit zouden levenden, doden, gevallen engelen, etc zijn. Gods genade is door de hele Bijbel duidelijk afhankelijk van berouw, schuldvereffening, bekering en geloof.
Alverzoeningsleer legt al Gods principes aan de kant en minacht daarmee Gods heiligheid, rechtvaardigheid en wetten. Alles heeft God ingesteld om licht en duisternis te scheiden. Alverzoening wil schuldvereffening zonder berouw en bekering, en heeft een constructie moeten verzinnen om dat ook voor de overledenen mogelijk te maken. Volgens alverzoening zullen ook de zielen zoals die van Hitler en Idi Amin zich nog “bekeren”. Alverzoening gaat voorbij aan het feit dat zij het kwaad belichaamde en bezielde, en met het kwaad ook in een onblusbaar vuur zullen blijven (Luc.3:17, Openb.21:8), tijdloos. Nergens in de Bijbel is een onderbouwing te vinden voor de mogelijkheid van bekering vanuit de poel van vuur.
1Tim.4:10
Ik sluit af met 1Tim.4:10, welke door alverzoening wordt uitgelegd alsof Jezus alle mensen gered heeft, maar dat staat er niet! Er staat als eerste dat God redder is, en dat staat in de genitief, wat wil zeggen dat de redding van Hem is. “alle mensen” staat eveneens in de genitief, gekoppeld aan “redder”, wat inhoudt dat de redding van alle mensen van God is. Er staat dus niet dat God alle mensen gered heeft, maar dat er redding is voor alle mensen (die volgens Gods principe berouw hebben, schuld erkennen, en zich bekeren). Ook in deze brief haalt alverzoeningsleer een enkele tekst uit de context. De context van deze gehele brief gaat over kiezen voor wat rein is, en geestelijk. Petrus schreef dat Paulus soms moeilijk te begrijpen is, en dat mensen zijn leer verdraaien, wat zal leiden tot hun verderf (2Petr.3:16). Juist deze brief begint het waarschuwen voor valse leer (1Tim.1:3-4, 6:2-5). Het mag ondertussen duidelijk zijn dat ook alverzoeningsleer een valse leer is.
In het volgende deel sta ik stil bij de gelijkenis van de schapen en de bokken, en wordt duidelijk wat Jezus zegt over levenskeuzen en de consequenties voor de tijdloze eeuwigheid.